Rolls-Royce

In 1884 begon de 21-jarige Frederick Henry Royce, samen met z’n vriend Ernest Claremont, een elektrotechnisch bedrijf in Manchester. Ze maakten al gauw naam als fabrikant van betrouwbare dynamo’s en elektrische kranen. Begin 1903 kocht Royce een Decauville, één van de betere kleine auto’s uit die tijd. Hierdoor geïnspireerd, bouwde hij begin 1904 drie kleine auto’s onder de naam Royce. De hoge kwaliteit van de auto’s trok de aandacht van Charles Stewart Rolls, die een auto agentschap had in West Londen. Hij verkocht kwaliteitsautomobielen van merken als Mors, Panhard en Minerva en zocht als aanvulling een kleine kwaliteitsauto. Ze kwamen overeen dat Rolls elke auto zou kopen die Royce wist te bouwen en dat de merknaam Rolls-Royce zou zijn. Er werd ook afgesproken dat Royce een zo gevarieerd mogelijk aantal tentoonstellingsauto’s zou bouwen voor de Parijse Autosalon in december 1904. De radiateur die nog afgeleid was van de Decauville modellen, werd in 1904 vervangen door een elegant rechthoekig model, dat karakteristiek voor het merk zou gaan worden. In 1905 schreef Rolls-Royce met twee auto’s in voor de TT op het Eiland Man, waar één van de wagens tweede werd. Voor Rolls was dit reden genoeg om de overige agentschappen te laten vallen. In maart 1906 werd de nieuwe firma Rolls-Royce Ltd opgericht, waarin de auto afdeling van Royce Ltd werd opgenomen. Omdat de vestiging in Manchester te klein was geworden, kocht men een terrein in Derby. Daar werd een nieuwe fabriek gebouwd, ontworpen door Royce. Het bedrijf ging de beurs op om het kapitaal van de firma te vergroten. Omdat zich kort daarvoor onverkwikkelijke gebeurtenissen met dit soort activiteiten hadden voorgedaan, bekeek met de nieuwe maatschappij met de nodige argwaan. Door een beroep te doen op een rijke aandeelhouder, lukte het toch om het minimaal benodigde kapitaal te plaatsen. In 1906 werd een nieuwe zescilinder geïntroduceerd die vanaf 1907 als Silver Ghost bekend zou staan. Het model werd geproduceerd tot in 1926 en kreeg de reputatie van ’s werelds beste auto. In 1910 kwam Rolls om het leven toen z’n Wright Flyer tweedekker bij Bournemouth neerstortte. In 1910 werd het mode dat elk prestigieus automerk haar eigen luxe mascotte had. Claude Johnson, algemeen directeur bij Rolls-Royce, wende zich tot de kunstenaar Charles Sykes. Sykes koos Eleanor Velasco Thornton als model voor z’n kunstwerk. Zij was de secretaresse en maîtresse van de tweede Lord Montagu van Beaulieu, automobielpionier en schrijver voor het tijdschrift “The Car”. Zo ontstond in 1911 de “Spirit of Ecstasy”, het beroemde ornament dat standaard op de Rolls-Royce auto’s toegepast zou gaan worden. Royce werd ernstig ziek tengevolge van te hard werken en vanaf 1911 tot aan z’n dood in 1933, gaf hij vanuit zijn woningen in Sussex en Frankrijk leiding aan de ontwerpen van Rolls-Royce. Sinds de 1e Wereldoorlog (1914-1918), maakte Rolls-Royce naam als bouwer van vliegtuigmotoren. Tussen 1919 en 1931 werden de auto’s bestemd voor Amerika gebouwd in een vestiging in Springfield Massachussets. In 1933 werd het failliete Bentley door Rolls-Royce opgekocht. Men vreesde de concurrentie van dit merk en wilde het uit handen van Napier houden. In 1945 verhuisde Rolls-Royce van Derby naar Crewe, waar in 1947 de produktie werd hervat met de Silver Wraith. In 1949 werd dat model opgevolgd door de Silver Dawn. Het was de eerste Rolls-Royce die verkregen kon worden met een stalen carrosserie van de fabriek. Hiermee hoefde het bedrijf niet meer terug te vallen op een carrosseriebouwer buiten de deur. In 1955 volgde de Silver Cloud. Tot 1959 werden de auto’s aangedreven door zescilinders in lijn van vóór 1945, maar in 1959 werd deze vervangen door een V8. In 1965 werd de Silver Cloud opgevolgd door de Silver Shadow, de eerste Rolls-Royce met zelfdragende carrosserie en onafhankelijke wielophanging. In het begin van de zeventiger jaren kwam Rolls-Royce in financiële moeilijkheden door de ontwikkeling van een motor voor straalvliegtuigen en in 1971 werd het bedrijf failliet verklaard. De regering greep in en er werden twee aparte firma’s gevormd. De winstgevende autoafdeling Rolls-Royce Motors werd afgezonderd en kwam in 1980 in handen van de Vickers groep. De Silver Shadow werd aan het eind van de jaren zeventig opgevolgd door de Corniche en de Camarque en daarna door de Silver Spur en de Silver Spirit. Omdat Rolls-Royce behoorlijk werd getroffen door de tweede oliecrisis in 1982, volgde een financiële reorganisatie die succesvol was. In 1998 verkocht Vickers Rolls-Royce Motors aan Volkswagen, dat hiermee de rechten op het Spirit of Exstacy ornament en de karakteristieke radiateur verwierf. Het naamgebruik en logo van Rolls-Royce waren eigendom van Rolls-Royce plc en werden aan BMW verkocht. BMW kocht de handelsmerken van Volkswagen en men kwam overeen dat BMW vanaf 2003 zelf auto’s onder de naam Rolls-Royce mocht bouwen. Volkswagen hield Bentley en de fabriek in Crewe en BMW bouwde voor Rolls-Royce een nieuwe fabriek in Goodwood, West Sussex.