Adler

Lang voor de opkomst van de auto, had Adler in Frankfurt al veel geld verdiend met de productie van fietsen en schrijfmachines. Na 1890 kreeg Adler een contract van Benz om spaakwielen voor de Benz Velo te leveren. Ook ging Adler in licentie De Dion driewielers bouwen, die werden verkocht door de firma Cudell in Aken. Toen Heinrich Kleyer, eigenaar van Adler, in 1899 de Autotentoonstelling in Parijs bezocht, besloot hij om zelf auto’s te gaan produceren. Tot 1903 werden De Dion motoren gebruikt, maar in dat jaar kwam Edmund Rumpler als ontwerper in dienst die een twee- en een viercilinder motor ontwierp. De Adler behaalde een derde plaats in de Betrouwbaarheidswedstrijd van 1908, achter fabriekswagens van Mercedes en Benz. De zonen van Heinrich Kleyer, Erwin en Otto, maar ook Alfred Theves, oprichter van de ATE zuigerverenfabriek, wonnen diverse wedstrijden met Adler. Vooral de kleinere modellen van Adler, werden ook in het buitenland goed verkocht. Door de inspanningen van importeur Morgan, was het merk opvallend succesvol in Engeland. Door de Eerste Wereldoorlog kwam Adler pas in 1925 met het eerste zescilinder model op de markt. In 1929 verscheen het eerste model met hydraulische remmen en daarna werd ook de eerste achtcilinder uitgebracht. In de jaren twintig deed Karl Irion aan verschillende races mee met Adler. Tussen 1927 en 1934 werden voor de Adlers veel koetswerken van Gropius en Neuss gebruikt. Toen de economische crisis in Duitsland om haar heen greep, probeerde het Amerikaanse Chrysler vaste voet op de Europese markt te krijgen door Adler een samenwerkingsverband aan te bieden. Maar toen Opel door General Motors was opgekocht, verbood de Deutsche Bank een samengaan van Adler met Chrysler. In 1930 kwam Hans-Gustav Rohr bij Adler werken. Zijn ontwerp, de voorwiel-aangedreven Trumf met onafhankelijke wielophanging, behaalde veel successen in races, waaronder de 24-uurs race van Le Mans. Adler had een reputatie opgebouwd als technisch vernieuwend merk. Toen Duitsland in de dertiger jaren zijn netwerk van autosnelwegen kreeg, was Adler één van de eerste firma’s die begreep dat gestroomlijnde modellen noodzakelijk waren voor het rijden met hoge snelheden. In 1935 en 1936 werden door Adler 22 internationale snelheidsrecords behaald. De Oostenrijker Jenschke ontwierp de laatste bijzondere Adler, met achterwielaandrijving en gestroomlijnde carrosserieën van Ambi-Budd en Karmann. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Adler fabriek vernield. Na de oorlog werden alleen nog motorfietsen en schrijfmachines gebouwd.



Te koop: Origineel aandeel Adler uit 1929.

Origineel aandeel Adlerwerke Vorm. Heinrich Kleyer A.G. uit 1929.

Het aandeel kan een ander nummer hebben dan het aandeel op de foto.

€ 8,00

  • Beschikbaar
  • Levertijd: 1-3 dagen1

Te koop: Origineel aandeel Adler uit 1935.

Origineel aandeel Adlerwerke Vorm. Heinrich Kleyer A.G. uit 1935.

Het aandeel kan een ander nummer hebben dan het aandeel op de foto.

€ 7,00

  • Beschikbaar
  • Levertijd: 1-3 dagen1

Te koop: Origineel aandeel Adler uit 1942.

Origineel aandeel Adlerwerke Vorm. Heinrich Kleyer A.G. uit 1942.

Het aandeel kan een ander nummer hebben dan het aandeel op de foto.

€ 6,00

  • Beschikbaar
  • Levertijd: 1-3 dagen1