Om kosten besparingen te realiseren, werden Nash-Kelvinator Corporation en Hudson Motor Car Corporation in 1954 gedwongen om te fuseren tot American Motors Corporation. Op dat moment was het de grootste fusie in de geschiedenis van de VS, terwijl ook nog pogingen werden gedaan om Studebaker en Packard bij de fusie te betrekken. De fusie was noodzakelijk om te kunnen concurreren met de Big Three, General Motors, Ford en Chrysler.
De architect van de fusie was George W. Mason maar binnen een jaar nam George W. Romney het roer over, reorganiseerde het bedrijf en ging zich richten op kleinere auto's. Aan het eind van 1957 waren de merknamen Nash en Hudson geheel verdwenen. De AMC Rambler was erg succesvol.
AMC kocht in 1970 Jeep van Kaiser. In 1979 vergaarde Renault 25% van AMC voor productie en verkoop van de Renault 18 in de VS en in 1982 vergrootte Renault het aandeel in AMC tot 49%.
Renault verkocht in 1987 het aandelenpakket AMC aan Chrysler terwijl Chrysler nog 2% van AMC bijkocht op de open markt. De grote baas van Chrysler, lee Iacocca, wilde de merknaam Jeep hebben, in het bijzonder het ontwerp van de Grand Cherokee. De merknamen AMC en Renault werden door Chrysler niet meer gebruikt in de VS. De overblijfselen van AMC werd de Jeep/Eagle divisie van Chrysler.