C.G.V. (Charron, Girardot & Voigt)

Fernand Charron, wielrenkampioen van Frankrijk, trouwde met de dochter van autofabrikant Adolphe Clément. Charron leidde nog even de Clément-Bayard fabriek, maar dat hield op toen hij problemen kreeg met z’n schoonvader.

Rond 1900 begon hij met twee andere ex-wielrenners, Girardot en Voigt met de verkoop van auto’s en in 1901 met de productie van ketting aangedreven auto’s in het Franse Puteaux.

Een snelle viercilinder kettingwagen werd door Leonce Girardot bestuurd in de Gordon-Bennett race.

In 1903 bouwden ze een van de eerste achtcilinder lijnmotoren ter wereld.

In de VS bouwden Smith & Mabley de C.G.V. ’s in licentie. Later werden deze auto’s daar bekend onder de naam Simplex.

In 1906 introduceerden ze auto’s met as aandrijving. Daarna verliet Girardot de fabriek en omdat de Britse wet voor bedrijven met beperkte aansprakelijkheid gunstiger was dan de Franse wet, werd de naam gewijzigd in Charron Ltd, gevestigd in Londen. Het ontwerp van Charron was behoudend.

Fernand Charron verliet het bedrijf in 1912 en begon met het merk Alda, dat hij vanaf 1913 in Courbevoie bouwde. Net voor de eerste wereldoorlog bracht Charron de Charronette uit. Charron was een van de weinige bedrijven die tijdens de eerste wereldoorlog auto’s bleef bouwen voor het Franse leger.

In de twintiger jaren ging het met Charron bergafwaarts, hoewel in 1919 nog een programma van zeven modellen werd gepresenteerd. Langzaam werd het programma ingekrompen tot 3 modellen. De Charronette bleef tot het eind in 1930 in productie, op het laatst met een bestelwagencarrosserie die snel kon worden omgebouwd tot gezinswagen.