In 1898 kwam de Fransman Emile Pilain in de autowereld terecht, toen hij zijn oom Francois in Villefrance-sur-Saône de helpende hand toestak. In 1901 begon hij zelf auto’s en fietsen te bouwen in Tours, financieel gesteund door Rolland. Rolland-Pilain bouwde in 1922 een opmerkelijke twee liter racewagen met een achtcilinder-in-lijn motor, nam aan Grand-Prix wedstrijden deel maar werd door pech achtervolgd. Na 1927 ondervond het merk de invloed van de Amerikaanse markt. Uiteindelijk werden nog enkele luxe auto’s geproduceerd met Amerikaanse zijklepmotoren van Continental. Op de autoshow van 1930 deelde Rolland-Pilain de stand met Bollack en Netter en Cie, maar in 1931 verdween het merk van het toneel.